Het leven op school (2)
Naar aanleiding van mijn vorige post over school kwamen nogal wat vragen van lezers binnen. Hierbij de antwoorden!
Ik ben wel benieuwd naar de tekst van die haka! Enne… al die toetsen voor boven- en onderbouw van volgend jaar, heb je die niet al liggen? [Sjanie]
Ik heb naar de tekst gevraagd bij “matua” Leon (wat in het Maori zoveel betekent als “papa” Leon – een respectvolle manier om deze Maori-docent aan te spreken). Hij heeft de school-haka geschreven. De titel is overigens het motto van onze school. De haka die de leerlingen op het filmpje uitvoeren is volgens mij een andere, die ze zelf geschreven hebben – maar daar heb ik de tekst niet van.
He Mana To Te Matauranga – Knowledge is Strength
Ko Karamu te kura Wananga e ngunguru nei
I au au aue ha hi! – I a haha
We are Karamu High School
Hear the rumbling of our voices
Ko te maunga e tu nei ko te matauranga
E te iwi taiohi piki mai ra
Takahia, takahia, kia kaha ra
There is a mountain of knowledge before us
Climb and reach the top of that mountain
Anei matou te kura Karamu e whakatutuki i te whakatau
Ko te manu kai te matauranga nona te ao, i a haha!
We are Karamu High School and we strive to embody the proverb
‘the bird that eats the miro berry owns the forest, he that feasts
on knowledge rules the world’
Ko Te Rau Karamu – He mana to te matauranga
Ko Te Rau Karamu – He mana to te matauranga
The Plume of Karamu High School – Knowledge is strength
Tu ana Tau ana aue hi!
Let it be done
Wat betreft de toetsen: in principe verzorgt de sectievoorzitter alle toetsen voor alle klassen. Die toetsen worden minimaal twee jaar hergebruikt, al vind ik dat nogal naïef. Ik heb al twee keer meegemaakt dat iemand bijles kreeg van een leerling een jaarlaag hoger, die vrijwel precies wist te vertellen hoe de komende toets eruit zag. Een toets bestaat in de bovenbouw vaak uit 1 grote vraag, een enigszins ingewikkelde situatie die je eerst moet doorgronden, en voorkennis helpt daar behoorlijk bij. Mijn collega’s vinden het ogenschijnlijk allemaal nog niet zo’n probleem. De toetsen worden gebaseerd op toetsen van de vakvereniging, of aan het eind van het jaar door onszelf geschreven. Ik heb natuurlijk wel veel persoonlijk lesmateriaal van afgelopen jaar (waaronder oefentoetsen) die ik komend jaar opnieuw kan gebruiken, als u dat bedoelt.
De leerlingen van verschillend niveau worden dus veel langer bij elkaar gehouden dan in Nederland? Het doet mij wat denken aan ooit onze basisvormingstoetsen – die zomaar stilletjes verdwenen. Of nog langer geleden: de middenschool. Of is dat niet de goede conclusie? Waar gaan de leerlingen die hier basis en kader doen naar toe? [Cor]
Ja, die conclusie klopt wel redelijk. Het allerhoogste niveau “accelerate” is vwo (of zelfs gymnasium), het allerlaagste niveau “enhanced learning” is waarschijnlijk basis en kader. Maar de klassen daartussen, zeg maar bovenkant vmbo tot en met onderkant vwo, doen dus hetzelfde programma. Al kom je met de ene klas verder in het programma dan met de andere. In sommige (buiten)landen vinden ze het volgens mij ook raar dat in Nederland leerlingen zo snel in een ‘hokje’ worden gestopt. Zie ook de volgende vraag.
In de bovenbouw heb je nog een stroom “pathways” die opleidt richting het equivalent van mbo – denk ik. Voor de andere klassen geldt dat de ene leerling ophoudt na het eerste jaar bovenbouw (diploma NCEA Level 1), de andere pas na het tweede of derde jaar (NCEA Level 2 of 3). Level 3 geeft de mogelijkheid om naar de universiteit te gaan – al zijn daar soms extra eisen aan verbonden.
Je schrijft dat alle niveaus dezelfde toets maken. Is dat ten aanzien van de wat zwakkere leerling niet wat teveel gevraagd? En wat maakt dan nog het verschil tussen mavo, havo, vwo etc..? [Jannie en Ferdinand]
Ja, ik vind dat ten aanzien van de wat zwakkere leerling inderdaad soms teveel gevraagd. De toetsen in de onderbouw bestaan uit vragen op drie niveaus: de meeste vragen op het niveau dat we eigenlijk zouden moeten behandelen, een kleinere hoeveelheid op een niveau daaronder, en een selectie op een niveau daarboven. Deze vragen staan enigszins op volgorde, dus een leerling weet in principe op welke vragen hij zich moet concentreren. Ook de eenvoudigere vragen vind ik qua taligheid soms ecter te moeilijk voor leerlingen en een enorme hoeveelheid aan (te) moeilijke vragen werkt natuurlijk niet motiverend. Maar ook hier geldt dat niet alle collega’s die zorgen met mij delen. (Sommige collega’s wel, maar het gaat erom wie bepaalt… En het is moeilijk met een alternatief te komen, omdat de leerlingen uit alle klassen aan het eind van het jaar vergeleken moeten worden, om een nieuwe klassenindeling te kunnen maken.) Zie ook de volgende vraag.
In de bovenbouw wordt het verschil zoals gezegd bepaald door wanneer een leerling van school gaat. Na Year 11 is de leerplicht voorbij en moet men eigenlijk NCEA Level 1 hebben gehaald (vergelijkbaar met mavo), na Year 12 en 13 volgen de equivalenten van respectievelijk havo en vwo.
Op mijn nieuwe school in Leiden ben ik met een wiskunde docent aan het sparren over zijn tegenvallende resultaten in 2 havo. Veel externe attributie, gedeeltelijk ook terecht. Leerlingen die heel zwak in wiskunde zijn zitten wel op het hoge niveau omdat ze aan de bevorderingsnorm voldoen in de brugklas. Wat zou jouw advies aan ons zijn vanuit het Nieuw Zeelandse perspectief? Paradigma shift? [Pieter]
De niveaus worden gedefinieerd in het Nationale curriculum, NZC genaamd. Leerlingen moet de onderbouw binnenkomen op NZC niveau 3 en in de brugklas/tweede klas naar NZC niveau 4 of 5 worden getild. In theorie – want in de praktijk komen leerlingen vaak met een (reken)achterstand binnen. Mede daarom nemen we een toets aan het begin van een lessenserie af, een toets aan het einde van de serie, en een toets aan het einde van het jaar. Zo kunnen we kijken naar vooruitgang op korte en langere termijn. Mijn opdracht is vooral om per individuele leerling een aantal stappen vooruitgang te boeken. Dat kun je een paradigma shift noemen: er is in de onderbouw geen absolute lat, het gaat vooral om relatieve prestaties. Doubleren bestaat zoals eerder gezegd niet: als een leerling in een ‘hoge’ klas slecht presteert dan gaat hij het volgende jaar (of zelfs gedurende het jaar) naar een lagere klas – of naar een hogere, als hij bijzonder goed presteert.
Voor de analyse van de resultaten heb ik afgelopen week trouwens een tool in Excel gebouwd, die voor een hele klas of per individuele leerling vol-automagisch grafiekjes en cijfertjes produceert waarmee kunt bekijken hoe er per onderwerp is gescoord, wat de vooruitgang is, enzovoort. Dit vervangt een ingewikkeld en tijdrovend semi-automatisch systeem dat men hiervoor gebruikte. Analyse vindt men hier erg belangrijk, dus als het goed is gaan we een hoop plezier beleven aan dit systeem. Ik kan je het wel eens laten zien, als je dat wilt.
Ben nog benieuwd naar de houding van leerlingen en hun ouders ten opzichte van de school, de lessen en de docenten. En dat vergeleken met jouw ervaringen in Nederland. [Joop]
De huidige lijfspreuk van de school (niet te verwarren met het eerder genoemde motto – dat is al 50 jaar hetzelfde, terwijl de lijfspreuk elke zoveel jaar kan veranderen) is “Proudly Karamu, proudly Hastings, proudly learning”. Ik vind dat een groot deel van de leerlingen echt recht doet aan deze uitspraak. Men is echt trots op de school, dat zie je vooral goed bij de leerlingen in de laatste klas(sen) van de bovenbouw. Toen de onderwijsinspectie (ERO) laatst voor een reguliere driejaarlijkse controle een weekje op school was, werd dat na afloop door de ambtenaren ook als positieve feedback gegeven. Onze school is daar dus best bijzonder in. De Year 13 leerlingen bedenken bijvoorbeeld allerlei projecten, met een student-mentor voor de brugklassen, een huiswerkcentrum dat gerund wordt door leerlingen, enzovoort. En men is natuurlijk trots om de school te vertegenwoordigen in sport- en cultuurwedstrijden. Het “proudly Hastings” uit zich in maatschappelijke betrokkenheid: de school vertegenwoordigen bij officiële gelegenheden, zich inzetten voor goede doelen of vrijwilligerswerk doen. En het “proudly learning” uit zich niet in het altijd doen van het huiswerk of nooit praten tijdens de les (helaas….), maar over het algemeen wel in een goede attitude tegenover het naar school gaan. En de school probeert goede prestaties extra te belonen, door goede leerlingen met certificaten in het zonnetje te zetten, allerlei “badges” (medailles) die je kunt verdienen, positieve berichten op de website en in de nieuwsbrieven, en een heuse prijsuitreiking met bekers aan het eind van het jaar. Ik zie hier veel minder een zesjes-cultuur dan in Nederland!
Met ouders heb ik buiten de ouderavond niet zoveel contact gehad – het is de bedoeling dat je dat overlaat aan de directie en de “deans”, zeg maar de teamleiders/conrectors. Die doen dat overigens prima. Ook de mentoren hebben in principe geen contact met het thuisfront. (Dit jaar was ik nog geen mentor, misschien volgend jaar.) De ervaringen die ik bij ouderavonden heb gehad zijn positief, maar ik in Nederland was dat gelukkig ook bijna altijd zo.
Hoe zit het eigenlijk met het respect voor de leraar, is dat beter/slechter dan in Nederland? [Epco]
Het respect vind ik over het algemeen wat groter, er wordt hier meer op discipline gehamerd en leerlingen zijn over het algemeen wat beleefder. Ze bedanken je regelmatig netjes na de les, groeten je enthousiast in de pauzes en vragen met oprechte belangstelling hoe je dag tot nu toe is, of hoe het weekend was. Natuurlijk springt er wel eens een leerling uit de band. Dat is niet gek, zeker in ogenschouw genomen dat de leerlingen op onze school soms wat lager op de sociaal-economische ladder staan. Scholen worden hier ingedeeld in sociaal-economische “deciles” van 1 tot 10, met 10 het hoogste. Onze school is decile 4, dat is onder het gemiddelde. Er is volgens mij ook een tijd geweest dat Karamu niet zo heel gunstig bekend stond, maar die tijd is (al lang) voorbij.
En tenslotte nog een bonusvraag:
Wat zie ik op de foto?
Mijn klaslokaal aan het einde van de dag, als alle stoelen op de tafel staan. Als je heel goed kijkt zie je linksboven mijn zelfgemaakte wiskundeklok die leerlingen maar verwarrend vinden (met 3! als zes, wortel 49 als zeven, 16:2 als acht, enzovoort). Rechtsbovenin mijn zelfgemaakt “number line” (met positieve en negatieve getallen tot 10) en een acronym voor het omrekenen van eenheden (King Henry Died by Drinking Chocolate Milk – al wordt dat door sommige leerlingen verbasterd tot Doing Crystal Meth). Ook zie je de vierkante meter boven de deur (gemaakt door Resene, een verffabrikant), de lijfspreuk van school en het Nieuw-Zeelandse volkslied links, en wat grappige en handige posters daartussen. Bovenin zie je wat modellen van wiskunde lichamen, gemaakt door leerlingen. Vind het erg fijn om eindelijk mijn eigen lokaal te hebben en ben trots op de decoratie. Ik probeer daarbij een goede mix te vinden tussen nuttig en leuk.
Ha Roland, dank voor deze uitgebreide uitleg! Leuk om te lezen!
Roland,
interessant verhaal. Toch nog moeilijk voor te stellen hoe dat dan in de praktijk werkt. Je ICT vaardigheid komt weer goed van pas.
De inspectie een hele week op school. Zo krijgen ze natuurlijk wel een goed beeld maar voor jullie zenuwslopend ??
By the way: hoe is het nu met Annelieke?? wordt haar contract verlengd??
Ja, die inspectie een hele week op school vond ik wel spannend. Bij scholen in Nieuw-Zeeland is dat echter standaard, ook als je het (zoals onze school momenteel) uitstekend doet. Uiteindelijk zijn ze bij mij niet langsgeweest, bij sommige wiskundecollega’s wel.
En ja, Annelieke houden ze graag – dus die heeft een nieuw contract getekend per 1 februari. Op die manier heeft ze net als ik zeven weken vrij en kunnen we lekker lang samen op vakantie. Voor mij is dat betaald, voor haar onbetaald. 🙂
Wat leuk! Ook leuk om te zien dat je crea-bea in het lokaal bezig bent! En knap dat je een tool hebt gebouwd!